Bastaardkikker
Pelophylax kl. esculentus
Uiterlijke kenmerken
Lichaamslengte tot 12 cm, meestal kleiner dan 10 cm. Vrouwtjes zijn het grootst. Hybride van meerkikker en poelkikker. Zit er wat uiterlijk betreft tussen in. Ogen staan dicht bij elkaar. Rug licht- tot donker groen of bruinig, met verspreid staande donkere vlekken. Soms zijn de dieren geheel bruin, de zijkant van de kop is dan meestal wel groen. Meestal een lichtgroene lengtestreep midden over de rug. Ze hebben zelden een ruwe huid zoals de meerkikker. Op de grens van flank en rug klierlijsten, die net voor de achterpoten verspringen. Achterkant van de dijen gelig of oranjeachtig met onregelmatige, donkere dwarsbanden en vlekken. Buik wittig met grijze tot bruine marmering. Goed ontwikkelde zwemvliezen aan de relatief lange achterpoten. Vrij grote en hoge asymmetrische metatarsusknobbel (tot half zo lang als de teen waarop hij staat). Mannetjes met dikkere voorpoten, grijze paringskussens op duimen en witte tot grijze kwaakblazen.
Verspreiding
Midden en Noordoost Europa tot ver in Rusland. In Nederland vrijwel overal.
Biotoop
In verschillende habitats in allerlei waters met zonbeschenen, vegetatierijke oevers en ondiepe gedeeltes, variërend van bospoelen en sloten tot meren en rivieren, soms in vrij brak water.
Levenswijze
Verlaten hun overwinteringplaatsen meestal vanaf half maart. Vooral dagactief, maar met name in de paartijd (hoogtepunt in mei en juni) ook 's nachts. Zont langdurig overdag. Zit meestal in het water maar komt, met name 's nachts, aan land om te foerageren. Is meestal de talrijkste groene kikker. Komt vaak samen met de poelkikker voor maar is sterker aan water gebonden dan deze soort. Vormt grote kwaakkoren in voortplantingstijd . Eieren worden gelegd van april tot half juli, de meeste half mei. Een vrouwtje legt in een seizoen 3000-8000 eieren. Pas uitgekomen larven meten 5-8 mm en groeien tot zo'n 5-8 cm. De ontwikkeling van de larven duurt 2-4 maanden. De meeste metamorfoseren tussen half augustus en half september. De kikkertjes zijn dan 2-2,5 cm lang en na 2-3 jaar volwassen. Juveniele bastaardkikkers migreren tot enkele kilometers ver. Overwintert meestal ingegraven aan land, soms onder water.
Trefkans
Grootste kans in de voortplantingstijd (mei-juli). De dieren verzamelen zich dan en vormen grote, luidruchtige kwaakkoren.
Roep
Serie knorrende of ratelende geluiden, in toon op- en neergaand "rè - rè - rè". Elke roep duurt ongeveer 1,5 seconde. De pulsen volgen elkaar minder snel op dan bij de poelkikker. Kwaakt vooral 's avonds, maar op warme, zonnige dagen ook overdag.